Taal

Slow writing

Hoe krijgt u uw leerlingen zo ver dat ze betere teksten schrijven?

Een paar recepten kent u wel: voorbeelden die duidelijk maken hoe een goede tekst eruitziet, besprekingen waaruit te leren valt welke tekstpassages om welke reden op welke manier beter kunnen. Dat zijn beslist goede dingen, alleen lijken ze vooral die leerlingen vooruit te helpen die toch al beter schreven dan de anderen.

Misschien moeten we de vraag dus herformuleren: hoe krijgt u leerlingen die hun schrijfwerk gewoonlijk afraffelen zover dat ze meer aandacht gaan besteden aan zorgvuldig formuleren?

De Engelse publicist David Didau komt in zijn boek The Secret of Literacy met een interessant idee op de proppen: slow writing. Zoals ook uit zijn bijzonder interessante LearningSpy-blog blijkt (klik hier om een kijkje te nemen), is Didau een beetje een provocateur. Iemand die altijd wel met een tegendraads idee voor de dag komt dat minstens het overwegen waard is. En dat is slow writing ook.

Zonder dat met zoveel woorden te zeggen maakt Didau van de schrijftaak een spelletje. Maar wel op een slimme manier. In een spel gaat het erom dat de speler een doel bereikt, en het leuke is dat de weg naar dat doel niet open ligt. Er lopen tegenstanders in de weg en de speler mag niet zomaar alles doen wat hem goed zou uitkomen. Als je voetbalt, moet je de bal achter de doellijn zien te krijgen, maar met je handen moet je er wel van afblijven. Die beperking maakt het moeilijk om de bal te krijgen waar de speler hem hebben wil, maar net dat maakt voetbal tot een spel: het brute feit dat er allerlei beperkingen zijn.

Zo bezien is poëzie een spel met taal: formuleer je boodschap in twee keer vier regels met elk acht lettergrepen. In elk groepje van vier rijmen de even regels op elkaar en de oneven ook.

Wat slow writing doet is iets gelijkaardigs: hindernissen inbouwen, ervoor zorgen dat weg naar het eind van de tekst niet zomaar open ligt, dat het onmogelijk wordt de taak af te raffelen, en dat het een uitdaging wordt om hem op een goede manier af te maken.

Zulke hindernissen zijn makkelijk te bedenken en makkelijk aan te passen aan het niveau van de leerlingen. Beginnen met een woord dat eindigt op –ig, een vergelijking bevatten, beginnen met Omdat, minstens twee goed geplaatste komma’s hebben, beginnen met een woord dat een E als eerste letter heeft, een (retorische) vraag zijn, een tijdsbepaling bevatten, beginnen met Hoewel, beginnen met een voltooid deelwoord, eindigen met een uitroepteken, het zijn allemaal mogelijkheden.

U kunt ze min of meer willekeurig als vertragingsmanoeuvre inzetten, maar ook om de aandacht op een specifiek probleem te richten. In een goede tekst wisselen kortere en langere zinnen elkaar af. Dat kunt u honderd keer zeggen in de klas, sommige leerlingen zullen blijven doen wat ze gewoonlijk doen. Tot u zegt: je eerste zin is twaalf woorden lang, je tweede drie, je derde twintig, je vierde zeven, enzovoort.

Leg gerust voor elke zin een extra eis op. Probeer het zelf eerst een keer en zet dan uw leerlingen aan het werk. Ze zullen minder tekst produceren, maar ze zullen zien dat ze wel zorgvuldig kunnen schrijven. Net zo goed als ze de bal in het doel krijgen zonder er hem ook maar met een vinger aan te raken.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.