Lezen

Ende

Michael Ende kent u misschien van Het oneindige verhaal. Wat daar zo fantastisch aan is, is een verhaal dat een andere keer maar eens moet worden verteld.

Endes eigen verhaal als auteur begon met Jim Knoop en wel zo. Op het eilandje Lommerland, waar maar een handvol mensen wonen en waar koning Alfons de Kwart voor Twaalfde regeert, wordt op een dag een pakketje bezorgd, met een zwart jongetje erin: Jim Knoop. Jims beste vriend op het eiland is Lucas de machinist. Die heeft een locomotief die Emma heet en de enige ter wereld is die kan varen. Zo verlaten ze Lommerland en kiezen ze het ruime sop. Samen bevrijden ze de ontvoerde prinses Li Si, repareren ze een defecte vulkaan, doen ze nog duizend en een dingen én komen ze erachter wie Jim Knoop eigenlijk is. (Maar dat verklappen we hier niet.)

Thienemann, de enige uitgever die in 1960 iets in Endes manuscript zag, vond het veel te dik voor een kinderboek. En dus werden het er twee: Jim Knoop en Lucas de machinist en Jim Knoop en de Wilde 13.

Natuurlijk is Jim Knoop een kind van zijn tijd. Natuurlijk staan er clichés in het boek en woorden die we tegenwoordig mijden, zeker in kinderboeken. Maar wie Ende om die reden van racisme wil beschuldigen heeft hem niet begrepen. Toch is Ende begrijpen niet zo moeilijk.

Neem de ontmoeting met mijnheer Toer Toer. Dat is een schijnreus: uit de verte heel groot, klein van dichtbij, – net als de meest dingen die ons bedrukken. Toer Toer zegt: ‘Heel veel mensen hebben toch speciale eigenschappen. Mijnheer Knoop bijvoorbeeld heeft een zwarte huid. Zo is hij van nature en daar is verder niets vreemds aan, niet waar? Waarom zou een mens niet zwart zijn? Maar zo denken de meeste mensen helaas niet. Als ze zelf bijvoorbeeld wit zijn, zijn ze er vaak van overtuigd dat alleen hun kleur goed is, en ze hebben er iets tegen als iemand zwart is. Zo dom zijn de mensen jammer genoeg vaak.’

Michael Ende (geboortejaar 1929) maakte de naziterreur van dichtbij mee. Toen hij zeven was, werden de surrealistische schilderijen van zijn vader door de nationaalsocialisten als ontaarde kunst verboden. Vrienden en kennissen van de familie werden opgepakt en nooit meer gezien. Kort voor het einde van de oorlog, toen Ende vijftien was, werd hij opgeroepen om te vechten in wat er van het Duitse leger overbleef. Hij verscheurde het bevel, sloot zich aan bij de verzetsbeweging Freiheitsaktion Bayern en riskeerde zijn leven als koerier in de strijd tegen de lieden die de uitsluiting van zijn vader hadden georganiseerd.

Zulke ervaringen laten sporen na, die overal in het boek te volgen zijn. Als Lucas en Jim Kommerland bereiken, de streek waar prinses Li Si gevangen zit en waar sinistere draken de plak zwaaien, zien ze daar een bord: ‘Opgelet. De toegang is verboden voor alle niet raszuivere draken. Overtreding wordt met de dood bestraft!’ En waarom zou Ende van de halfdraak Nepomuk misschien wel de sympathiekste figuur uit het boek hebben gemaakt? Beslist ook omdat hij niet raszuiver is, zoals de griezels die hem hebben uitgesloten.

De verhalen over Jim Knoop zijn door en door menslievende, antinazistische en antiracistische parabels. En ze zijn verhalen die kinderen serieus nemen, iets wat goede kinderboeken horen te doen en ze tot goede boeken maakt.

Over kinderen en literatuur zei Ende: ‘Je mag het literaire salon langs elke deur betreden, de gevangenisdeur, de gekkenhuisdeur of de bordeeldeur. Maar uit één deur mag je niet komen, uit de kinderkamerdeur. Dat vergeeft de kritiek je niet. Dat heeft de grote Rudyard Kipling ook mogen ondervinden. Ik vraag me steeds weer af, hoe dat eigenlijk komt, wat daar achter zit, waar die vreemde verachting vandaan komt voor alles wat met het kind te maken heeft.’

Waar het Ende om ging: kinderen redden uit een geestelijk Kommerland, en ze uitzicht geven op een betere plek; een plek waar mensen uit alle hoeken van de wereld vrij en vreedzaam bij elkaar kunnen wonen.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.