Politiek & wetenschap

Zo duidelijk zijn de eindtermen

‘Concrete, duidelijke eindtermen geven de leerkracht als professional zijn/haar vrijheid terug,’ schrijft N-VA-onderwijsspecialist Koen Daniëls in een opiniestuk (DS 22 december). Echt?

Eindterm 2.9 begint zo: ‘De leerlingen produceren schriftelijke en mondelinge teksten in functie van doelgerichte communicatie.

Met inbegrip van kennis

*Feitenkennis

– Woordenschat: frequente en minder frequente woorden, zoals abstracte woorden en leenwoorden, figuurlijk taalgebruik […]’

Na feitenkennis komen nog ‘conceptuele’ en ‘procedurele kennis’. En vervolgens: ‘Met inbegrip van tekstkenmerken’.

Laten we even een pauze inlassen. Over ‘met inbegrip van’ zegt Van Dale: ‘het genoemde daaronder begrepen, inclusief’. De eindterm zegt dus: ‘De leerlingen produceren […] teksten in functie van […] communicatie en daaronder begrijpen wij kennis.’ Elke leraar Nederlands die zo’n zin in een schrijftaak tegenkomt, hoort daar een streep onder trekken. Maar in de eindtermen staat het telkens weer. Opmerkelijk: Koen Daniëls schijnt dat concreet en duidelijk te vinden.

‘Bijkomend voor schriftelijke productie’ zegt de eindterm: ‘Gebruik van het Standaardnederlands, met aandacht voor […] zinsbouw, helderheid, adequaatheid, correctheid en vlotheid.’ De vraag rijst of de schrijvers van de eindtermen zelf wel beheersen wat leerlingen aan het eind van de rit zouden moeten kunnen. Of zijn teksten helder en concreet genoeg als Koen Daniëls ze helder vindt? Of doet dat er niet toe? Want strikt genomen zegt de eindterm niet dat leerlingen correcte, heldere en concrete teksten moeten kunnen schrijven. Hij zegt dat ze ‘met aandacht’ voor die dingen moeten kunnen schrijven. Wat die aandacht oplevert, hoeft niet beter te zijn dan de tekst van een eindterm.

Over de taal waarin leerlingen hun ‘schriftelijke en mondelinge teksten’ moeten produceren is de eindterm al even wazig. De leerlingen moeten kennelijk Standaardnederlands gebruiken. Dat ze dat consequent moeten doen, staat nergens. Toch vindt Koen Daniëls dat het onderwijspersoneel nu ‘geen tijd meer zal moeten steken in het interpreteren van vage eindtermen.’

Dat zou met eindterm 2.9 het geval zijn geweest als hij bijvoorbeeld zo had geklonken: ‘Zowel mondeling als schriftelijk drukken de leerlingen zich uit in een vlot, correct en helder Standaardnederlands.’

Wat de Vlaamse regering er ook over zegt: de nieuwe eindtermen voor de tweede graad zijn 86 bladzijden vaagtaal.

Deze tekst verscheen als opiniestuk op 23 december 2020 in De Standaard en De Standaard Online.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.